Discriminatie van homoseksuelen door Nederlanders komt door onwetendheid,
discriminatie van homoseksuelen door moslims komt door de islam.
De
mythe van de linkse kerk
Diverse columnisten en
journalisten beweren dat Nederland in de jaren tachtig en negentig vergiftigd
was door - wat zij noemen - de linkse kerk. De vertegenwoordigers van deze ‘kerk’
zouden schuld hebben aan alle negatieve aspecten van de multiculturele samenleving
en het mislukken van de integratie van moslims in Nederland. Hoe zit dat nu
precies?
De vertegenwoordigers
van deze linkse kerk zouden ervoor hebben gezorgd dat kritiek op moslims en
de islam niet mogelijk was. De discussie over de integratie van moslims in de
Nederlandse samenleving zou zijn gesmoord in het cultuurrelativisme en het slachtofferdenken.
Zoals
ik in ‘De mythe van nieuwe wijn’ heb laten zien, is dit een grove versimpeling
en vertekening van wat er werkelijk aan de hand was. Fundamentele kritiek op
de islam was in die jaren niet alleen mogelijk maar het werd ook breed gedragen
en door de media uitgedragen. Sterker nog: er bestond - ook toen al - een angstgevoel
voor moslims en de islam onder velen van ons. Daarnaast kun je je afvragen of
er in die tijd een linkse kerk is geweest die zoveel macht heeft kunnen uitoefenen.
Een ‘kerk’ ook die het debat over moslims en islam zo heeft kunnen domineren.
Politieke
macht
In
de Nederlandse politiek zijn er drie grote machtsblokken: de sociaaldemocratie
van de PvdA, de christendemocratie van het CDA en het conservatiefliberalisme
van de VVD. Als we van een linkse kerk die macht heeft kunnen uitoefenen zouden
kunnen spreken dan zou dat alleen kunnen gaan om de sociaaldemocratie (soms
met en soms zonder de progressief-liberalen van D66).
De Tweede Kamer is een van de prominente plaatsen waar een politieke stroming
macht kan uitoefenen. Als we kijken naar de zetelverdeling dan hebben de sociaaldemocraten
plus de partijen ter linkerzijde nooit een meerderheid gehad in de Tweede Kamer.
Het percentage schommelt al decennia lang tussen
de 40 en 50 % met een uitschieter naar
beneden van 30 % na de moord op Pim Fortuyn. Rechts heeft dus altijd een meerderheid
gehad. Hoe is het nu mogelijk dat een meerderheid van rechts gegijzeld is geweest
door een linkse minderheid?
Hebben de sociaaldemocraten misschien een andere mogelijkheid gehad om rechts
te gijzelen? Hebben zij bijvoorbeeld hun macht kunnen uitoefenen doordat zij
vaak lid zijn geweest van een regering? Als we kijken naar de kabinetten
tussen april '67 en juli '98 dan blijkt dat niet het geval. De sociaaldemocraten
zijn in die periode ongeveer 5000 dagen lid geweest van een regering. Vergelijk
dat met het CDA (en haar voorgangers): rond de 10.000 dagen, en de VVD: rond
de 7500 dagen.
Het beleid en de discussie rond de multiculturele samenleving en de integratie
van (religieuze) minderheden is dus niet alleen bepaald door de sociaaldemocraten.
Zo hebben de VVD en het CDA tussen december ’77 en november ’89 - met een kleine
onderbreking van vijf maanden in 1982 - samen vier kabinetten bemenst. In de
jaren 90 is de PvdA weliswaar lid geweest van drie kabinetten, maar altijd samen
met een grote rechtse partij naast zich. De resultaten van de multiculturele
samenleving, de successen én het falen, zijn dus op conto te schrijven
van alle drie de Nederlandse politieke stromingen. Ook de conservatief liberalen
zijn verantwoordelijk, al wil Bolkestein ons anders doen geloven.
Doodknuffelen
Een
andere vraag die gesteld kan worden is of er een linkse kerk heeft bestaan.
Is er in de jaren tachtig en negentig een grote beweging geweest die moslims
hebben willen doodknuffelen? Is er een meerderheid geweest die van mening was
dat moslims geen rekening hoefden te houden met de Nederlandse samenleving omdat
zij slachtoffers waren? En dat Nederlanders, als gastheren, zich zouden moeten
aanpassen aan hun gasten, de moslims? Dat integratie pas mogelijk zou zijn wanneer
de Nederlandse samenleving eenzijdig zou veranderen? Ik betwijfel het ten stelligste.
Dat wil niet zeggen dat er vooral bij de sociaaldemocratie een dominante minderheid
is geweest die met een verkrampt slachtofferdenken een slechte bijdrage geleverd
heeft aan het denken over de integratie en emancipatie van moslims. En ook de
rechtse partijen hebben zo hun eigen negatieve bijdrage geleverd. Daar was een
dominante minderheid die het ze-zijn-hier-maar-tijdelijkdenken omarmde. Integratie
of emancipatie waren niet nodig omdat de zogenaamde gastarbeiders na verloop
van tijd toch terug zouden keren naar hun vaderland.
Wat nu opvalt is dat de sociaaldemocratie zich maar blijft verontschuldigen
voor haar broeders en zusters die in de jaren tachtig en negentig het slachtofferdenken
omarmden. Wouter Bos ergert zich aan mensen die zich storen aan de toon van
het islamdebat, reageert niet op de inhoudelijke kritiek op het islamdebat,
stelt vraagtekens bij de multiculturele samenleving en ontslaat een minister
die de nuance in het integratiedebat hoog probeert te houden. Ahmed Aboutaleb
spreekt welwillend over Geert Wilders en is van mening dat de politiek, en ook
de PvdA, onvoldoende geluisterd heeft naar de autochtone kiezer. Partijvoorzitter
Lilianne Ploumen vindt dat kritiek op religies en culturen mogelijk moet zijn
en Kamerlid Hans Spekman is de mening toegedaan dat je Marokkanen die niet deugen
moet vernederen. Ze doen alsof het anno 2008 spiksplinternieuwe opvattingen
zijn.
En
bij de conservatiefliberalen en de christendemocraten blijft het angstvallig
stil. Zij zijn - terecht - van mening dat zij zich anno 2008 niet meer hoeven
te verontschuldigen voor hun voorgangers: de voorgangers die in de jaren tachtig
en negentig de mening verkondigden dat gastarbeiders hier maar tijdelijk aanwezig
zouden zijn en dat integratie daarom niet nodig was.
Religiekritiek
Een van de Don Quichots die vechten tegen de windmolens van de linkse kerk is Joost Zwagerman. In zijn pamflet ‘Hitler in de polder & Vrij van God‘ signaleert hij een dubbele moraal. Volgens hem ziet de door hem zo verfoeide linkse kerk kritiek op het christendom als iets dat goed is en kritiek op de islam als verwerpelijk. Dat snapt hij niet. Religiekritiek is namelijk voor hem iets dat per definitie goed is, zeker als je jezelf als links afficheert.
Zwagerman maakt hier een grote denkfout. Religieuze kritiek is niet per definitie links of rechts, conservatief of progressief, revolutionair of reactionair, bevrijdend of beperkend: het hangt namelijk af van de context.
Islamkritiek van witte intellectuelen die opgegroeid zijn in de christelijk-humanistische traditie gekoppeld aan een westers superioriteitsgevoel is conservatief en soms zelfs reactionair. Kritiek van christenen op hun eigen christelijke achtergrond omdat zij deze ervaren als onderdrukkend is bevrijdend. Zo is kritiek van moslims op de eigen islamitische achtergrond om dezelfde reden ook bevrijdend.
Machthebbers die kritiek hebben op de christelijke bevrijdingstheologie, een theologie die machtsstructuren aan de kaak stelt en de machthebbers hun macht wil ontnemen, zijn niet progressief maar conservatief. En de moordenaars van bevrijdingstheoloog aartsbisschop Romero van San Salvador zijn zelfs reactionair.
Het kan nog gecompliceerder. De katholieke Polen die zich in de jaren tachtig van de vorige eeuw verenigden in de vakbond Solidariteit waren revolutionair voor wat betreft hun strijd tegen de communistische machthebbers. Kritiek op deze strijd was reactionair, maar kritiek op hun opvattingen over de positie van de vrouw en over (homo)seksualiteit was binnen de Poolse context weer revolutionair.
En
wat dan te doen met moslimcritici als Ayaan Hirsi Ali en Afhin Ellian? Zij hebben
natuurlijk alle recht om afstand te nemen van hun islamachtergrond. Door afstand
te nemen van hun religie hebben zij zich bevrijd van de ketens van hun eigen
culturele verleden. Maar… doordat zij hun kritiek koppelen aan het westers superioriteitsdenken,
zij anti-islamsentimenten in het westen voeden en zij moslims oproepen zich
aan te passen aan het westen is hun strijd reactionair. Zij bevestigen namelijk
de bestaande (internationale) machtsrelaties tussen oost en west.
Wederzijds respect
Het gaat om de integratie van moslims in de Nederlandse samenleving. Het gaat niet om doodknuffelen, het gaat niet om mensen uitsluiten. Het gaat erom dat verschillende groepen met elkaar rekening houden, om wederzijds respect. In ‘De mythe van het islamitisch gevaar’ uit 1995 geven Shadid en Van Koningsveld een mooie omschrijving van integratie:
Dit is een visie die ik van harte onderschrijf.
© Chris van der Kroon